als de 'R' in de maand zit.
Nodig voor 2-3 personen:
Grote pan (5 - 6 liter)
2 kilogram verse mosselen
400 gram grof gesneden soepgroente
500 gr wat fijner gesneden soepgroente
een wit uitje
2 laurierblaadjes
wat peterselie
peper en zout
niet te droge witte wijn (ongeveer 100 ml)
Cocktail of liever sambasaus
Stokbrood
Het schoonmaken:
Spoel de mosselen schoon onder koud stromend water zodat er geen zand meer af komt.
Doe de mosselen in een (afwas)bak met koud water en verwijder eventueel de baarden.
Controleer gelijktijdig op "foute exemplaren".
Kapotte mosselen direct weggooien.
Gesloten mosselen met normaal gewicht zijn goed. Tik een paar keer met een bol voorwerp (lepel) op de eventuele open mosselen. Als deze mosselen zich na een tijdje sluiten zijn ze goed.
De bereiding:
Breng een bodempje (ongeveer 2 a 3 cm) water met witte wijn aan de kook.
Voeg de grove soepgroente, de gesneden ui, de peterselie en de laurierblaadjes toe met wat zout en peper. Laat dit lekker trekken.
Verwijder na een tijdje (1,5 uur als je de tijd hebt) de groente zodat je het vocht over houdt. In het vocht dat over blijft worden de mosselen gekookt.
Breng het vocht aan de kook en voeg een deel fijne soepgroente toe.
Vul de pan tot maximaal 1/3 met mosselen. Deksel erop. Breng de inhoud op de grootste hittebron aan de kook (duurt 3 tot 5 minuten) . Laat de deksel erop. De inhoud kookt als de deksel iets omhoog komt. Haal de pan van de hittebron en schep de mosselen om.
Controleer of alle mosselen open zijn. Als niet alle mosselen open zijn plaats dan de pan nog even terug op de hittebron. Mosselen die dicht blijven weggooien.
Bij twijfel: weggooien!
Voeg steeds voor elke kookronde wat fijne soepgroente toe.
Serveer de mosselen op een bord met stokbrood en de witte wijn.
Eet de mosselen met de hand en gebruik een lege mossel als knijper.
Gebruik eventueel kommetjes met water om de vingers schoon te maken.
 
                